In de middeleeuwen was in de Nederlanden het theater een geheide tophit. Naast de viering van Kerstmis en Pasen het hoogtepunt van het kerkelijk jaar voor zowel burgers, boeren als buitenlui. Jong en oud, arm en rijk iedereen verdrong zich op het plein voor de kerk om een plaats op de eerste rij te bemachtigen. Luidkeels zijn instemming of afkeuring met het vertoonde duidelijk te maken. Het gekrakeel moet wel iets weg gehad hebben van een moderne politieke arena of poppenkast.
Het theaterrepertoire in wat door velen wordt gezien als een duistere tijd was vrij uitgebreid met zijn kluchten, veelal boers van karakter, abele spelen met als thema de hoofse liefde, wagenspelen, mysterie spelen, moraliteiten, mirakelspelen, passiespelen enz. enz. Wat alle deze verschillende uitingen van de christelijke cultuur van die tijd gemeen hadden naast hun vaak stichtelijk karakter was de neiging om abstracte begrippen te personifiëren. De eigenschappen van begrippen als hoogmoed, behaagzucht, armoede, moed, eerlijkheid, deemoed, de zeven hoofdzonden en ga zo maar door letterlijk een gezicht te geven. Persoonlijke eigenschappen toe te dichten. Dat maakte het voor de ongeletterden onder het publiek en dat waren er in die tijd nog veel net als tegenwoordig makkelijker te begrijpen, doordat het een direct beroep deed op zijn inlevingsvermogen als mens. Het analfabetisme was wijd verbreid, zeker wanneer je onder ongeletterd zijn in bredere zin tevens verstaat; het niet begrijpen wat je leest, de diepere bedoeling erachter, of wat je op die wijze hoort, kunt vertalen. Oogkleppen ophebt voor alternatieve benaderingswijzes, een ruimere blik anders dan het eigenbelang.
Alhoewel in de lange 12e eeuw het gebruik van het schrift onder alle lagen van de bevolking een stijgende lijn vertoonde. Terwijl de zo genaamde (a)sociale media tegenwoordig het juiste begrip, het kritisch vermogen en autonoom denken in de weg lijken te staan. Wat leidt tot de beeldspraak ontleent aan de middeleeuwen; even domme monniken onder even grijze kappen.
Wellicht dat u als lezer na deze korte inleiding de schouders ophaalt en u afvraagt waar wil hij heen, waarom deze saaie uitweiding van nutteloze kennis? Moet dit tot mijn verheffing leiden? Laat me u dat verduidelijken. Even als in de middeleeuwen is het denken in abstracto onder vele lagen van de bevolking nog maar zwak ontwikkelend. Heeft iemand die wat te vertellen beeft de meeste kans om gehoor en begrip te vinden door abstracte zaken te personifiëren. Er een gezicht of mombakkes op te plakken. Iets wat we zien in de problematiek rond asiel en migratie. De asielzoeker wordt op dezelfde vuilnisbelt geveegd als de arbeidsmigrant en beide categorieën worden in een adem in persona afgeschilderd als; de dieven van de Nederlandse welvaart. De oorzaak van alle ellende waar alle xenofobie van de hebzuchtige op bot kan worden gevierd. Want wie als een Wildersman om zich heen slaat hoeft niet na te denken of begrip op te brengen voor de opponent.
Het zijn helaas de rechtse tot ultrarechtse partijen die er het best in slagen, het gezichtloze karakter van een onbestendige angst, het ‘algemene’ ongenoegen en heersende onvrede, de met leven of in dit leven niet te bewijzen thanatos, een gezicht te geven. Een gezicht niet toevallig met sterke Arabische trekken even karikaturaal als dat van de Joden gebruikelijk in de jaren dertig in Duitsland in het propagandamateriaal van de nationaal socialisten.
Jammer genoeg werken hier de onpartijdige en linkse media ongewild aan mee door in plaats van nuchtere informatie en feiten alles in een narratief frame te plaatsen. Er een verhaal rond te breien zonder te beseffen dat ze hiermee ruimte geven aan een beroep op emotie, een oppervlakkig gevoel van empathie even vluchtig als de emotie zelf. Wat in veel gevallen als een te makkelijke uitvlucht of als een drogreden geldt.
Terwijl de media wat mij betreft beter de drogredenen de doekjes voor het bloeden van rechts bloot zouden kunnen leggen. Het gebrek aan logica dat de onderbuik kenmerkt waar populisten en liberalen in overvloed en dankbaar gebruik van maken. Iets waar vele lagen van de bevolking gevoelig voor zijn, zolang het hun maar behoedt voor een positie op de onderste sport in de pikorde.
De oplossing is niet makkelijk. Waarschijnlijk, omdat het makkelijker is een rijke angst voor verlies van het als heilig beschouwde bezit aan te praten dan hem te bewegen die arme daadwerkelijk te helpen door structurele oplossingen te zoeken samen met de ‘armlastige. Waar las ik ooit dat alle bezit slechts bestaat als een erfenis van het verleden die we als rentmeesters moeten beheren voor de toekomst in plaats van te verspillen. Een eenmalige gift op giro 555 is dan ook niet voldoende. Kan ook uitgelegd worden als de hoofdzonde van hoogmoed, doordat we de armen de kruimels van onze tafel schenken.
Maar wat dan? Als ik het wist, zou ik premier Schoof de hersenloze stroman van Geert Wilders aan de kant schuiven. Maar voor nu in de huidige sfeer van crisis op crisis geldt nog steeds, hoe formuleerden de filosofen dat in de middeleeuwse scholastiek. Het is waarschijnlijker dat een graankorrel de dode zee bevrucht dan dat een rijke door eigen verdienste toegang tot de hemel verkrijgt.
Ludo
H
D
SD