De laatste tijd zijn we zeker in de politiek bezig de zaken zo negatief mogelijk te framen. En dan heb ik het nog niet over de volkssport numero uno om direct en zoveel mogelijk onder de gordel op de man te spelen, in plaats van op de bal. Kijk ik naar de laatste paar maanden, dan zie ik woorden als asielcrisis, antisemitisme, jodenhaat, islamtsunami, pogrom, genocide, Marokkaanse scooterjeugd enz. als zoete broodjes voor de eigen achterban het nieuws beheersen. Al eerder had ik kennis mogen nemen van termen als; de linkse kerk, klimaatdrammers, kopvoddentaks, omvolken enz. Wat me als kiezer steeds vaker het gevoel geeft dat de debatten in de Tweede Kamer, naast een poppenkast van ondergeschoven stromannen, het karakter hebben van een ruzie tussen kijvende wijven vanwege de rare etensgeurtjes in het trappenhuis. Of van een bar slechte cabaretvoorstelling door iemand die als schoofje zijn eigen naam wilders en weten te grabbel gooit.
Dit soort haat uitzaaiende neologismen wordt gebezigd in de hoop lijkt het dat de argeloze luisteraar niet doorheeft dat zijn mening wordt gemanipuleerd. Meestal op basis van emotionele aannames, onderbuikgevoelens en vooroordelen. Je zou ook als positief geluid kunnen volhouden dat mensen voortdurend proberen anderen naar hun hand te zetten. Dat de Haagse politiek niet veel meer is dan een afspiegeling van de eigengereide primitieve volksaard van de Lage Landen. Ooit het exclusieve jachtgebied van de Neanderthaler. . Wat er vooral in resulteert dat met man en macht wordt geprobeerd de vastgeroeste ‘eigen’ ideeën uit de negentiende eeuw die veel mensen koesteren als liefdesbaby’s van onbesproken gedrag onder het mom van cultuur en noodzaal tot integratie de ander in de maag te splitsen. Ongezouten meningen die via de sociale media ongeremd gespuid mogen worden als sterk vervuild rioolwater, omdat de eigen vrijheid heilig en onaantastbaar is in de ogen van zij die zich het meest misdragen door van anderen te eisen dat zij hun vrijheid inleveren. Al wordt op deze slinkse wijze de vrijheid ongemerkt beetje bij beetje vanaf de wortel tot de kruin uitgehold door de dwang vrij te moeten zijn naar het beeld van wat een ander je aan vrijheid gunt. Waarmee ik mezelf direct zelf schuldig maak aan framing, als kind van deze tijd door dit soort types te omschrijven met het gebruik van beelden en bijvoeglijke naamwoorden die alle een negatieve connotatie hebben.
Daarnaast houd ik me sinds het aantreden van Dilan Yeşilgöz-Zegerius als fractievoorzitter van de VVD, zonder op haar als een genadeloze politieke vluchteling te willen spelen, bezig met het liberalisme. Een politiek-economische stroming, ik gebruik hier bewust het woord maatschappelijk niet, die tijdens de restauratie kort na de Franse revolutie en het bewind van Napoleon gedurende het grootste deel van de 19e het politieke toneel zou beheersen. Simpelweg omdat de meerderheid, de massa van het volk door een zelfzuchtig liberaal samenspel van eisen het stemrecht onthouden werd. De liberalen niet wilden en wensten te anticiperen op, noch wenste samen te werken met de opkomende arbeidersbeweging.
Het basisbegrip, dat waar alles omdraait als de aarde om de zon in het klassieke liberalisme, is het begrip; vrijheid. Een vrijheid die ‘spontaan’ schijnbaar ontstaat net als onkruid op een braakliggende akker als het individu van elke overheidsdwang verlost is. Of als kolonisator beslag legt op in hun ogen nog onontgonnen land. Vrijheden als godsdienstvrijheid, vrijheid van onderwijs, vrijheid van meningsuiting, het moderne hete hangijzer, vrijheid van drukpers en ga zo maar door. Een hele waslijst aan liberale vrijgevigheid, maar wel alleen voor de eigen goegemeente.
Terwijl ik een boek las over de schaduwzijden van het liberalisme, beslopen me al vanaf de eerste pagina drie gedachten. A; je kunt alleen met een volle maag even wijs als holle bolle Gijs volledig van vrijheid genieten. Overigens geen nieuwe gedachte. Dat van abstracte begrippen over welzijn de varkens niet vet worden. Een framing waarbij iedereen die over vrijheid neuzelt wat langer stil zou kunnen staan. Wat vraagt om een aanpassing van het eerste artikel in onze grondwet die zou moeten luiden; Iedereen heeft in gelijke mate recht op dezelfde bestaanszekerheid.
Mijn tweede gedachte; dat vrijheid niet bestaat uit het ontduiken van de belastingen. Dat belastingontwijking moet worden gezien als een dubbele diefstal op het eigen vermogen van dit land de gelijkheid te bevorderen. En als laatste klap op de vuurpijl van mijn denken. Dat iedereen die heilig zweert bij die teveel geroemde vrijheid zich ook moet realiseren dat vrijheid net zo goed negatief geframed kan worden als; ten eigen bate door de liberale elite gelegitimeerd egoïsme.
Ludo 28-11-2024