Vanmorgen bij het openen van mijn ogen wist ik het; de geschiedenis maakt de mens! Even voelde ik me door dit lucide denkbeeld als Boeddha in bed. Een paar ogenblikken later drong echter het besef tot me door dat voor hetzelfde geld geldt; de mens maakt de geschiedenis. Nog wat gedachtekronkels later vormde zich het idee van een vicieuze cirkel; een beeld waarin door wisselwerking de wereldslang uit de boreale geschiedenis in zijn eigen staart bijt. De mens als homo pragmaticus de geschiedenis steeds opnieuw verhaalt naar de noodzaak van het moment onder invloed van wat hem het beste uitkomt. Wat een pragmatische benadering van de geschiedenis oplevert, waarbij de geschiedenis in betekenis voortdurend fluctueert en alleen als instrument bruikbaar is en nut heeft als ze de loftrompet over het eigen volk steekt. Met een beschuldigende vinger naar de fouten van de ander wijst. Wat er in uitmondt dat de geschiedenis uiteindelijk, maar de helft van het verhaal verteld. Het opdissen van een halve waarheid als drogreden geldt en geen enkel recht op vergeving schenkt.
Waarom deze Gordiaanse knoop aan een wirwar van gedachten vraagt u zich misschien af als lezer en dat nog wel op de vroege morgen. Een uur dat een normaal mens zich bij voorkeur aan het ontbijt buigt over de agenda van die dag. Zijn gewone bezigheden plant of de krant leest. Het eerlijkste antwoord luidt; om een antwoord te vinden op de vraag; wordt er niet te veel gesleuteld aan de geschiedenis? Vooral de moderne geschiedenis. En wordt door al dat gesleutel de waarheid niet te veel geweld aan gedaan? Al is vandaag de dag de opvatting over de waarheid politiek gezien gekleurd door pragmatisme. Is een van de vele nadelen van het pragmatisme dat het door de maat van de mens, het belang dat wordt gehecht aan het gevoelsleven, zijn visie wordt beperkt tot wat hij zich kan voorstellen!
Neem bijvoorbeeld het zakelijke gegeven dat je in de westerse wereld al te makkelijk voor een antisemiet versleten wordt. Dit met name als je kritiek uit op het wraak- en oorlogszuchtige karakter van de staat Israël. Daar kanttekeningen bij zet. Alsof het plegen van genocide op welke bevolkingsgroep dan ook ooit een oplossing of een opening naar vrede geboden heeft. Een militaristische schijnoplossing vrij moet blijven van gezonde kritiek, omdat het anders de liefde voor het vaderland en de eenheid daarvan ondergraaft. Waar door het erop lijkt dat dit soort pragmatisme niet meer is dan een zakelijke façade. Een excuus of een exodus die feitelijk gezien vooral stoelt op wraakgevoelens en onvermogen de geschiedenis los te zien van het eigen slachtofferschap.
Het verdelgen van de oorspronkelijke bevolking en de hele infrastructuur in de Palestijnse gebieden en Libanon niet vele malen erger en misdadiger is dan het geen verplicht rekening houden met een vorm van groepsbelediging voor een groep die daar lijkt het extreem overgevoelig voor is. Het wetsartikel leidt door het ongenuanceerde karakter daarmee in dit geval volgens mij tot een inperking op het recht voor vrijheid van meningsuiting en vrije nieuwsgaring en staat ondanks zijn goede bedoelingen een open uitwisseling van gedachten in de weg.
Bijvoorbeeld over de vraag of het geen denkfout is om zonder meer aan te nemen dat het karakter van de Joodse bevolking van Europa in de jaren dertig van de vorige eeuw als martelaren van de holocaust volledig overeenstemt met dat van de Israëlische vliegeniers die nu de bommenwerpers besturen die dag na dag de bevolking van de Gaza strook decimeren. De kinderen van Palestijnen als toekomstige generaties slachtofferen. Of dat volkskarakter als dat al bestaat niet aan verandering onderhevig is waardoor je term antisemiet genuanceerder zou moeten gebruiken dan generaliserend wat nu gebeurt, omdat je anders de grote kans loopt er de oorlogsmisdadigster van het huidig conflict mee te verdedigen.
Ik ben het laatste jaar vanaf 7 oktober 2023 voortdurend om de oren geslagen met het argument dat de staat Israël het recht heeft zichzelf te verdedigen. Al lijkt de staat Israël zijn eigen ergste vijand. Over het Palestijnse recht om zich te verweren tegen het onrecht, de bezetting, de inbeslagname van eigendom, huizen en grond, de jarenlange isolatie, het racistisch geweld van het Israëlisch verdedigingsleger, de militaire rechtspraak en het systematische omvolken waarmee de bevolking van de staat Israël hen al 75 jaar confronteert, hoor ik niet een politicus. Integendeel, we onthouden ons voortdurend van stemming in de vergadering van de Verenigde Naties. Nog steeds klinkt het Bijbelse sprookje van de David zo als Israël zichzelf graag afficheert tegen de hele Arabische wereld als waren die Goliath of de bron van al het door de islam geïnspireerde kwaad. En als dat niet helpt, heeft de Israëlische politiek nog altijd het schuldgevoel over de holocaust om op terug te vallen. Hun bondgenoten door verplichte verantwoording te dwingen en zodanig te manipuleren dat ze wel verplicht zijn te kiezen voor hun kant van het verhaal als een soort van morele herstelbetaling.
Al vanaf het begin van de stichting van de staat Israël is in wezen het omgekeerde van deze sproke aan . Het is alle feiten op een rij rechtvaardiger om Israël te zien als de agressor die al vanaf het begin van het zionisme rond 1900 en zeker in het revisionistische zionisme de belangrijkste stroming binnen deze beweging sinds de jaren twintig van de vorige eeuw streefde naar een exclusief Joodse staat waarin voor de oorspronkelijke bevolking van Palestina geen plaats was en is anders dan op het kerkhof van de geschiedenis. Tegenwoordig is de term ‘antisemiet’ exclusief gereserveerd voor haat tegen de Joden, maar als ik de term gebruik in zijn oorspronkelijke betekenis, is het de staat Israël die naast nazi-Duitsland als grootste antisemiet in de geschiedenis kan gelden.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.