DE ZEVENTIGDUIZEND DODEN
Het cijfer voor het aantal doden aan Palestijnse kant is bijgesteld en bedraagt nu; 70.000 slachtoffers. Volgens een onderzoek laatst gepubliceerd in het tijdschrift; de lancet. 70.000 doden door bombardementen, uithongering, omgekomen door de kou of omdat er geen of onvoldoende medische voorzieningen beschikbaar waren. Nog los van het groot aantal vermisten. Mensen die dood nog onder het puin begraven liggen.
Woorden schieten tekort om te beschrijven wat ik voel. De onmacht en de verontwaardiging. Het klinkt mezelf onecht in de oren als een te makkelijk cliché. Tot me plotseling de tekst te binnen schiet van het bekende gedicht van Jan Campert, de vader van de schrijver Remco Campert. Uit het oorlogsjaar 1941. Het gedicht; de achttien doden, begint met de regels:
Een cel is maar twee meter lang
en nauw twee meter breed
Wel kleiner nog is het stuk grond
Dat ik nu nog niet weet
Maar waar ik naamloos rusten zal
De 56 dichtregels van het vers zijn een monument in taal voor de achttien doden; 15 geuzen en 3 februaristakers, wachtend op hun executie. Terroristen in de ogen van de Duitse bezetter.
Hoe vaak vraag ik me af moet ik dit gedicht hardop in het Arabisch reciteren als een monument voor de gevallen Palestijnen. Meer dan 3000 keer reken ik triviaal uit. Tenminste, als ik aan elke gevallene in die ongelijke strijd niet meer dan vier regels wijd. 4 regels voor een heel leven als een kort gebed voor hun zielenheil.
Het zijn daarmee geen dagen van rouw, maar weken van rouw om afscheid te nemen. Afscheid van mensen waar ik nooit de kans toe gekregen heb ze beter te leren kennen. Te leren beseffen dat ook zij mijn naasten zijn. En natuurlijk begrijp ik de Joden in Israël wel. Ze zijn te druk bezig met zichzelf te verdedigen om Leviticus 19:18 te lezen over wraakneming. Te leven naar de essentie van zowel het christendom als het Jodendom; heb u naaste lief gelijk u zelf. Wat als ik kijk naar de vernietigingen die worden aangericht, de moord op zoveel onschuldige burgers, maar tot één conclusie kan leiden. De Jodenhaat is het grootste onder… Om niet voor een antisemiet uitgemaakt te worden laat ik de conclusie aan de lezer zelf. Denk als troost aan het woord van Jezus de Heer; Voorwaar Ik zeg u; Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan (Mattheüs 25:31-46)
En haal opgelucht adem, alleen de Heer mag weten waarom; niet iedereen tot het einde der dagen mijn naaste zal zijn.
Ludo
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
