Zelfs de tijd van leven is vergeten net als God zaliger om op de klok te kijken, heeft me als een smeuïge klodder Calvé pindakaas uitgestreken in een dunne laag van wanhoop die over alles heen ligt als een spanlaken dat me vasthoudt in de afgrond van een volkomen geestelijke ontreddering. Een in zichzelf gekeerde geseponeerde tijd waarin het besef of de uren wel of niet verstrijken volkomen ontbreekt doordat het daglicht geen toegang heeft tot de isoleercel waarin ik me al een onbekende betalingstermijn bevind. De hemel wel of geen wolken en engelen heeft. Ik mag het niet weten want mijn zelfbewustzijn is beneden alle peil, overgenomen door chemicaliën met vreemde namen die zich om tot rust te komen door mijn bloedbaan verspreiden als Gods zaad over Gods omgewoelde akker. De duivel kan het kwaad noch nieuw leven scheppen denk ik van de wereld daar heeft hij een godvergeten baarmoeder voor nodig. De ongehuwde baarmoeder van de moederkerk waar de paus het hoofd van is. Hoelang is het geleden dat een van de broeders is langs gekomen als antwoord op mijn schreeuwen en bonken naar het toilet te mogen? Een uitje dat als enige het daglicht kan verdragen. Het helpt om tegen de deur van mijn cel aan te urineren, bleek. Tenminste als het dag is! Mijn zeik onder de deur door de gang in loopt om voldoende aandacht te trekken. Het zal de stank wel zijn. De penetrante stank van de wanhoop en een cocktail aan tranquillizers. Plassen gebeurt onder toezicht onder de ogen van minstens een breed geschouderde broeder en poepen met de deur open bang als ze hier in deze gesloten inrichting zijn dat ik mezelf zal wurgen met het kettinkje waarmee een normaal mens doortrekt. Een kettinkje met talloze kleine schalmen die lijkt het elk een wens vertegenwoordigen om los te breken uit dit bestaan. Om het uur denk ik; het is genoeg geweest, waarom nog verder gaan. Het verdriet om alles de pijn is een bochel die me hindert bij het slapen gaan. De dood draagt geen bochel of beugel. Ik dood de tijd met nadenken over hoe. Hoe dit leven van een eeuwig tekort in een donkere grot zonder elastiek in mijn onderbroek achter me te laten als mijn handen niet waren gezekerd om mijn heup met Zweedse banden. De dienstdoende broeder mijn billen moet afvegen, omdat ik daar zelf niet toe in staat wordt geacht. Wie ik dacht te zijn, mijn foute persoonlijkheid en mijn lijpe bewustzijn is tot het niveau van een vierjarige bedplasser afgebroken. Het zal ergens toedienen, maar het waarom is me nog steeds niet duidelijk. Het toiletpapier is op de bon maar racestrepen zijn in de ‘oudewijvenonderbroek’ die rond mijn kont zwemt niet te verwachten. Een lekkere scheet laten in hun gezicht voelt als een bevrijdende wraakneming. Zalig zijn de veesten die het rijk der hemelen bereiken. Mijn kinderen die erom vragen te worden geaborteerd met de navelstreng waar het slangengif van de wereld doorheen stroomt als appelmoes . Soms heb ik de neiging om als een incestueuze dégénéré of de idioot in bad* te gaan kwijlen om me van mijn stomende hersens te bevrijden, volslagen gek en onrijp, groen als ik volgens hen ben. Denk ik bij vlagen even helder aan al die lieve mensen die zich bekommeren om het dierenwelzijn en de psychiatrische patiënten in de kou op stal laten staan. De eenvoudige van geest die daar met hun onvolkomen liefde te weinig van bezitten om geestesziek te worden. Niet dat hier biefstuk om het menu staat. Meestal een soort gortepap want ik moet worden gevoerd, omdat ik suïcidaal ben. Een zichzelf vervullende profetie als je mijn behandeling tijdens het eten onder de loep neemt. Ik stik in de lepel pap die naar binnen gewrikt word. Het geluid op de xylofoon van mijn tanden breekt mijn vertrouwen in de mens hap voor hap af. . Als ik verdomme niet iets naar binnen werk of het domweg uitspuugt wordt me sondevoeding in het vooruitzicht gesteld. Ze moeten om deze bedreiging waar te maken nog ergens een kaakklem hebben liggen. Want leven moet je al denk je er zelf anders over. Kiezen moet je hier vooral aan de ander overlaten. Leven is alleen de moeite waard voor de gekken die slim genoeg zijn om zich niet in hun brein te laten kijken. De werkelijkheid van nu het nakijken geven.
De maand tussen de wal van het leven en het schip van de dood moet maart zijn. Maart 1972 op het breekpunt van Ma-at alles wat onwrikbaar en onbreekbaar leek. Ik weet het niet zeker, maar het voelt niet als april volgens mijn innerlijke klok die meer weg heeft van een zonnewijzer dan een Zwitsers precisie uurwerk net als die aan de pols van mijn stiefvader. Een horloge als een maandsalaris dat zichzelf opwindt met behulp van een minuscuul anker dat reageert op beweging. Zichzelf voor een tijdje extra opwindt als het slagen op mijn rug en bovenarmen regent. Toch waren het niet de slagen die mijn brein klein kregen. Me hier in dit knekelhuis van de psychiatrie deden belanden, maar de onmacht je als kind niet te kunnen verdedigen tegen de beledigingen, de voortdurende vernederingen te weten wat je ook doet je het nooit goed doet. Het met de jaren erger wordt, omdat je hersenen zich ondanks alles ontwikkelen met elke klap die je in het zicht van je volwassenheid ontvangt. De beulen van de jeugd. Je met je verkeerde been uit haar zondige baarmoeder bent gestapt. Je zult weet je al jong zeker nooit boven je minderwaardigheid uitgroeien klein gehouden kort aangebonden in de kiem gesmoord door een voortdurend gebrek aan vertrouwen en zekerheid dat je opvoeders ook voor jou een plekje onder de sterren van de dierenriem vrijhouden. Het je gunnen omdat je als kind hun toekomst bent Het brandmerk, het Kaïnsteken zal op je voorhoofd zal altijd zichtbaar blijven je moeder zegt het in volle ernst hoe hard je probeert het af te poetsen. Weg te werken achter een schijn van agressie. Je als kind ook zelf niet tevreden leert zijn met en voor het geluk geboren te zijn. Je dat dubbeltje dat je bent liever aan de collecte van het kankerfonds geeft. Liever het pad kiest terug te keren naar de baarmoeder van alle mensen de hemel zo als meneer pastoor die noemde tijdens de laatste paasdienst dat je nog onder de mensen was die je niet aannamen omdat je hun woord niet was. Niet dank je wel prevelde als een gebed waar het einde in het verleden ligt. Hoe de tijd vervormt is geraakt kan ik aan niemand vragen volkomen gesepareerd als ik ben hier in de isoleercel van paviljoen Eijkman. Te midden van de bossen in Den Dolder het lommerrijke Dennendeal voor de idioten en de Willem Arentzoon hoeve voor de normale gekken of we terug zijn in de gouden eeuw der ontdekkingsreizen naar de Oost bezig onze horizon te verleggen of verruimen tot voorbij de einder van onze geest. De gekwelde horizon van een gekke bonte koe.
De ruimte is kaal zelf voor een isoleercel uit de jaren dertig. De tijd van de grote depressie waarin te weinig isoleercellen beschikbaar waren om alle gekken in op te sluiten wat tot zeventig miljoen zelfmoorden leidde. Soms zijn mijn gedachten en waandenkbeelden ronduit oorlogszuchtig toch waarom jezelf beperkingen opleggen als je als slachtoffer niets of niemand anders wilt vermoorden dan alleen jezelf. Of beter alleen dat deel dat niet van jou is het leed dat je is aangedaan, het onvermogen dat je is aangepraat alles wat je van huis uit hebt meegekregen. Maar het is alles of niets net als veel in dit leven dat geen halve maatregelen als oplossing wenst. De muren zijn tot navel hoogte vaal groen en daarboven kalkwit met vegen vingerverf in poepbruin. Niet alle gekken voor mij zagen het toilet bezoek als een welkome afwisseling .Het enige aanwezige voorwerp waar ik aanspraak aan heb buiten mijn naakte lichaam is een scheurmatras bekleed met dik donker oranje zeil waar bedwateren geen merkbare invloed op heeft als zou je wel bij het hallucineren kunnen denken dat als je als eerste en enige beest dat het waard is om gered te worden ronddobbert op de Ark van Noach. De radiator is uitgeschakeld. Ik zou mijn eigen wangen brandmerken en dat is nu ook weer niet de bedoeling van de duur betaalde behandeling hier . Ik had priester moeten worden dringt het in een moment van helderheid tot mijn door. Ik had het wel tot paus kunnen schoppen als mijn ouders beter naar het woord van Christus hadden geluisterd. Maar blijven hallucineren of ik drie LSD trips tegelijk geslikt heb is mijn redding als een boei in de branding . Want wie van de wereld niet in deze wereld leven mag , moet of terugvechten zo als de Palestijnen doen of een eigen wereld met eigen wetten en gebruiken creëer waarin het is toegestaan om net zo vaak te onaneren als lukt op zestien jarige leeftijd op de top van mijn manlijke viriliteit. Terwijl ik me wil wurgen met het tafellaken om mijn nek gaat het aftrekken door de hoeveelheid kalmeringsmiddelen in mijn bloed steeds beroerder. ben vergeten hoe vrouwen en hun lichamen als voorhoede van de liefde of voorbode van de Amersfoortse lente voelen.
De deur van mijn cel zwaait open en er komt een stevig gebouwde broeder binnen ze houden hier van testosteron personeel dat met brede schouders zijn mannetje kan staan zusters zijn op deze afdeling niet werkzaam of alleen op de administratie voor de uitgaven van de spuiten en de pillen die nodig zijn om het instituut normaal te laten draaien. Ik probeer moeizaam overeind te gaan zitten. Ik voel nog geen enkele aandrang in mijn blaas of darmen dus heb ik ook geen idee wat hij hier komt doen. De gezelligheid van dit bezoek is ver te zoeken of is het tijd voor mijn medicatie. Van harte gefeliciteerd zegt hij met een lach die ik hier ben verleerd terwijl hij een hand losmaakt van mijn heup. Zweden voelt zich bevrijd. De verbazing in mijn glazige ogen bemerkend je bent vandaag jarig. Ik mompel iets in de geest van je meent het. Ja het is veertien maart dus je bent vandaag jarig. Er is geen ontkomen aan tegenspraak wordt niet geduld jarig is jarig of je nu wilt of niet Daarom als ontbijt een gevulde koek die je eigenhandig mag opeten. Even wilde ik hatelijk vragen of ik niet beter kon vasten tot na Pasen. Als de Heere net als het paasbrood in de vorm van een lam gerezen is. Ik laat wie ik ben voor wat het is . Een tweede broeder ook met een verleden als portier aan de deur van een louche discotheek kwam binnen met in zijn hand een schone witte onderbroek van katoen. Aantrekken beval hij mij vanmiddag mag je moeder een kwartier op bezoek komen van je psychiater. Dr. Duikhuizen, god hebbe zijn ziel mompel ik binnensmonds. Ik ben niet gek schreeuw ik fel. Nee lachte de broeder je ligt hier om madeliefjes te plukken voor je rozenkrans . Ik haatte met een hernieuwde en intensere kracht op vol vermogen de leeghoofden. Zei ik heb geen moeder want de hoer van mijn stiefvader word door mij niet als zodanig erkent. Heb ik uit mijn testament geschrapt Na de gevulde koek ging de deur weer dicht. Daglicht kwam mondjesmaat binnen door de geblindeerde ramen. Ik luisterde naar het vrijheidslievende gezang van de merels voor het raam van mijn isoleercel en besloot om nu ik een schone onderbroek aan had een duidelijk statement te maken in plaats dat deze onderbroek een teken zou zijn van mijn overgave een witte vlag aan het burgerlijk fatsoen de gele vlag uit te hangen . Net zo lang te zeiken tot het water me letterlijk tot aan de lippen zou staan. Uiteindelijk heb ik drie en een halve week zonder de mogelijkheid van normaal menselijk contact in de isoleercel moeten doorbrengen. Niet dat dat lang was. Hans en Auke twee medepatiënten hebben het respectievelijk een jaar en twee jaar volgehouden voor dat ze zelfmoord konden plegen. Waar een wil is, is de weg kennen zo gek nog niet Je zou er bijna voor applaudisseren dacht ik toen ik bericht hoorde van Maurice een onecht kind van Willem de Derde volgens zijn zegge. Ondanks dat ze dwangvoeding kregen . Ik heb er nog twee maanden uitgehouden met zestien andere gekken op zaal. Tot het me lukte aan het zaalarrest te ontsnappen en op een gestolen fiets van een bewoner van Den Dolder naar Amsterdam te komen. Waar ik onderdak kreeg op het W. G. crisiscentrum. Het eerste blijf van me lijf huis leek het door het aantal met liefde mishandelde vrouwen die daar onderdak kreeg. Ik mocht daar net als in een hospitium maximaal twee weken blijven. Na twee weken rouwverwerking zat er niet anders op dan naar mijn ouders ondertussen naar Weesp verhuist te verkassen. Daar heb ik het ook precies twee weken uitgehouden voordat de ellende opnieuw begon. Geestelijk meer dood dan levend heb ik vervolgens maanden op straat gezworven. Net als Remi in de jeugdroman ;alleen op de wereld , alleen miste ik een hond om mijn hart warm te houden. Ben ik door dat lijden sterker geworden. Gelouterd of de calvarieberg een jeugdherberg is voor genezen zondaars of zij die zich aan zichzelf willen opofferen ? Nee! Heb ik me tot God van Isaac en Jacob gewend en alles wat na hen kwam als redder in de nood? Nee het geloof in Hem heb ik als de schepper van de isoleercel verloren. Heb ik de liefde van vrouwen gekend? Ja, maar ik kon het maar moeilijk geloven dat die voor mij was bestemd? Hen ben ik steeds met wantrouwen tegemoet getreden Ben ik mijn jeugd en de naweeën daarvan te boven gekomen? Waarschijnlijk wel, maar zeker weten doe ik dat niet want ik kan niet zeggen wat ik daar drie weken alleen opgesloten ver weg van de wereld verloren ben. In ieder geval mijn onschuld en mijn vertrouwen in de goedheid der mensen. Kan ik hoogstens denken dat geloven in God begint met geloven in jezelf. Is het omgekeerde het geval ben je een nog grotere stakker dan ik ooit was daar in paviljoen Eijkman, waar een deel van mij nog steeds woont!
Ludo
De idioot in bad; gedicht uit 1940 van de dichter M. Vasalis (1909- 1998)